woensdag 20 oktober 2010

Trekking Japan Alps: avontuur vol extremen

De reis naar Tate-yama, het startpunt van de trekking, gaat met een oud treintje van een privemaatschappij, een stijl klimmend, op z'n Japans volgestopt, tandradtreintje en een bus. Als we met onze, voor zeven dagen eten, volgepakte rugzak in de rij staan voor de bus wordt ons door een Japanner in uniform een papier met Engelse tekst in handen geduwd. Voor bagage van meer dan 10kg moeten we bijbetalen. In onze Lonely Planet staat een truc om de bagage te verdelen over meerdere tassen zodat we deze de 10kg niet meer overschrijden. En dus gaat een hoop zooi in onze regenhoes en lopen wij zonder problemen langs dezelfde Japanse official die ons nu vriendelijk lachend doorlaat. In Japan moet gewoon alles volgens de regels gaan en dan is het goed...

Van hagelstorm naar strakblauw
Op het eindstation stappen we op het dak naar buiten om te ontsnappen aan de duizenden en duizenden Japanse dagtoeristen te ontsnappen.

Een aantal waagt zich nog buiten maar na een paar honderd meter lopen we alleen over het keurig aangelegde bergpad. Het weer is verschrikkelijk slecht. Als we na een uur boven aankomen bij de hut staat er een snoeiharde wind, komen er hagelbuien over razen en is het ijzig koud. Doorgaan is onverantwoord want de volgende hut is pas uren lopen verder. Kamperen is niet aantrekkelijk onder deze omstandigheden, ookal omdat de ondergrond erg rotsachtig is. We besluiten even te slikken en EUR 100 neer te leggen voor een kaal kamertje met matras en papieren (!) kussensloop, maar wel met een warme, droge eetzaal. We vrezen voor de komende dagen, want het weer is al een week zo slecht. We hebben goede spullen (dankzij Diana volledig gekleed in IceBreaker), maar voor het moraal moet dit niet te lang duren...
Gelukkig klaart het de volgende dag na het ontbijt helemaal op. We hebben goed uitzicht op de Japanse Alpen die we pas nu echt kunnen zien. Al snel komen we helemaal alleen te zitten op de trek, want de volgende hut is dichtgegaan en wij zijn de enigen die een tent meesjouwen. We kamperen op de raarste plekken zoals hier midden op het pad.
Op andere plekken is het te nat om de tent op te zetten.

Discovery Ultimate Survival?
Water is een serieus probleem omdat de trekking grotendeels de kam volgt en de hutten zijn gesloten. Soms vinden we een poeltje waaruit we met behulp van onze waterfilter water kunnen tappen, maar dat moeten we niet te veel doen want dat water is troebel door de modder.
En dus ga ik, als we even op een lage pas zijn beland, gewapend met de waterfilter, de waterzak en een paar flessen op 'jacht' naar water. Met Diana spreek ik af dat we met elkaar via de noodfluit communiceren. Als ik door het dichte struikgewas naar beneden afdaal, voel ik me alsof ik middenin een aflevering van Ultimate Survival van Discovery ben beland. 'I can jump down into these dense trees without getting hurt and I can move very quickly like this. When I follow this dry stream, I will find water at the end when I am low enough. Look, there is a nice clean waterpool. I am very happy that I found this, because otherwise I wouldn't survive it very long in this remote Japanese mountain jungle.' Dan word ik snel teruggeworpen in de werkelijkheid. Ik moet ook weer terug omhoog. Dat gedeelte zenden ze nooit uit bij Ultimate Survival. Nadat ik Diana via de fluit heb laten weten dat ik water heb gevonden en zoveel mogelijk water heb getapt probeer ik mij een weg te banen door de nu tegenwerkende begroeiing. Uitgeput en vol schrammen kom ik weer terug op de pas waar Diana zich al afvroeg waarom de terugweg zo lang duurde.

Lastige treking
Rond de hutten staan soms tientallen bordjes, maar omdat er toch niemand is, deert het ons niet dat we de betekenis niet kennen.
Misschien missen we daardoor ook de waarschuwingen voor dit, ook technisch, best wel zware traject. Op sommige stukken moet er geklommen worden...

...en zijn de passages voorzien van touwen of ladders.
Toch komen we, na veel uren over kam klauteren ook met slecht zicht uiteindelijk op het hoogste punt van deze trekking.
Het gaat langzamer dan gedacht door onze volle bepakking en de uitstapjes om aan water te komen. Aangezien ons eten opraakt en de hutten gesloten zijn, besluiten we om eerder de bergen uit te trekken naar de bewoonde wereld. We dalen af in een prachtig dal met schitterende herfstkleuren.

Bear country!
We komen ook weer de eerste Japanners tegen die een dagtochtje gaan maken. Het valt osns opnieuw op dat ze met belletjes lopen. Diana (heeft ervaring met beren) vraagt of er beren zijn, maar door het taalprobleem wordt het ons niet duidelijk. Maar dat verandert als we onderweg naar beneden iets groots in de boom zien zitten. Eerst denken we aan een aap, maar al snel blijkt het om een heuse beer te gaan! De beer is bladeren van de takken aan het eten, maar kijkt ons strak aan als we de camera op hem richten.
We kijken om ons heen of niet toevallig mamabeer achter een boom tevoorschijn komt en lopen dan toch maar snel door naar beneden. Bij de weg aangekomen vinden we een waarschuwend bord.
We gaan op een verlaten camping staan en hangen al het eten en ook de toiletspullen in een plastic tas achter een gaas in het wasgebouw. Na een onrustige nacht met dromen over beren bij de tent blijkt al ons spul de volgende ochtend te zijn verdwenen. We spreken wat Japanse locals en het lijkt erop dat alles s ochtends netjes is schoongemaakt en weggegooid, inclusief dus al ons eten en toiletspullen!

Er gaan geen bussen meer in deze uithoek in dit seizoen, dus proberen we met handen en voeten duidelijk te maken aan de paar locals wat we willen. Uiteindelijk lukt het ons om mee te liften met een zwijgzame man van het Japanse staatsbosbeheer. We worden gedropt op een verlaten stationnetje in de buurt van Toyama...
...en zo komen we uiteindelijk, moe, vuil en met een stevige trek, weer aan in de bewoonde wereld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten